Nuchter leek ik aangeschoten,

Dronken viel jij in slaap.

 

En ik glimlachte onverdroten,

bij elk jouwer verveelde gaap.

 

Ik heb elke dag van je genoten,

Voor jou bleef ik een aap.

 

Dan nu heb jij plots besloten,

Te gaan met die andere knaap.

 

Een dronken, slapende, gapende aap.

 

 

Bas van Dam, 11-11-2004